Wanneer moet je je echt zorgen maken?

Een echtscheiding is voor ieder lid van het gezin een heftige gebeurtenis. Elk gezinslid zal daar op een eigen manier en in eigen tempo mee omgaan. Er is geen vaste route die gevolgd moet worden en daarom wijkt ook geen enkele manier af. Het is belangrijk dat een jongere voor zichzelf betekenis gaat geven aan wat er is gebeurd. Dit doet hij door te rouwen en het een plek te geven in zijn leven. Dit proces leidt tot herstel.

Het verdriet dat een jongere ervaart heeft een negatieve invloed op het welbevinden en de meeste jongeren raken dan ook uit balans. Rouwen zorgt ervoor dat er weer een nieuwe balans gevonden wordt. Het is te vergelijken met een wond die zich langzaam herstelt, daar is tijd voor nodig en blijft misschien altijd wel een pijnlijke plek. Een wond kan niet herstellen als ouders blijven ruzie maken, de wond gaat dan als het ware steeds weer open.

Een rouwproces kost dus tijd en in dit proces kan stagnatie plaatsvinden. Deze stagnatie kan tot gevolg hebben dat een jongere op langere termijn problemen ondervindt bij:

  • contacten en vriendschappen onderhouden
  • aangaan van relaties
  • omgaan met andere verlieservaringen

Oorzaken van de stagnatie kunnen zijn:

  • De jongere weet niet hoe hij met de situatie om moet gaan.
  • Blijvende ruzie tussen ouders

Signalen

Een jongere die een echtscheiding meemaakt kan signalen afgeven dat het niet goed gaat.

Het is natuurlijk niet altijd het geval dat deze signalen vanuit het verwerkingsproces rond de echtscheiding komen. Jongeren zitten sowieso in een turbulente fase van hun leven, maar het is het onderzoeken waard of er meer aan de hand is.

Signalen kunnen zijn:

  • niet meer naar het jeugdwerk komen en er is geen contact meer mogelijk, trekt zich terug, raakt geïsoleerd;
  • niet willen praten over de echtscheiding;
  • doet of er niets aan de hand is, wuift het gebeuren weg, toont geen emotie;
  • moedeloosheid, depressieve gedachten;
  • heeft schuldgevoelens;
  • maakt zich heel veel zorgen over ouders;
  • draagt veel zorg in het gezin;
  • ontwikkelt angsten;
  • klampt zich vast aan anderen, claimend gedrag;
  • heeft veel last van boosheid;
  • blijft hangen in slachtofferrol;
  • gaat veel risicogedrag vertonen;
  • gaat in gezondheid achteruit, valt veel af, is heel moe;
  • problemen op school door veel verzuim, slechte cijfers

Niet alle signalen zijn heel zichtbaar. Toch kun je als jeugd- of pastoraal werker je zorgen maken over een jongere, soms gewoon vanuit een (onderbuik)gevoel.

Om meer zicht te krijgen op wat er speelt, kunnen onderstaande vragen helpen om de situatie wat meer in beeld te brengen. Waarbij het zorgelijker wordt naarmate je meer vragen beantwoordt met ‘nee’.

De context van een jongere:

  • Is het mogelijk contact te leggen met de jongere? Reageert hij of zij op een appje, belletje, mailtje of iets dergelijks?
  • Heb je zicht op wat er in het gezin zich afspeelt, is er openheid, heeft het gezin contacten?
  • Is er contact met ouders mogelijk?
  • Heeft de jongere nog contact met andere jongeren voor zover je weet?
  • Onderhoudt de jongere vriendschappen?
  • Gaat een jongere naar school en hoe gaat het met de schoolresultaten?

In gesprek met de jongere:

  • Krijg je zicht op wat de echtscheiding met de jongere doet? Meer hierover in het artikel ‘In gesprek met tieners’
  • Kan de jongere praten over wat er thuis gebeurt?
  • Is er ruimte voor emoties, boosheid of verdriet bij de jongere
  • Is er contact met beide ouders?
  • Kan de jongere terecht bij ouders, is er oog voor het leed van hem of haar?

Wat zijn de stappen als je hebt vastgesteld dat het niet goed gaat met een jongere?

  • De eerste stap is met de jongere zelf delen dat je je zorgen maakt en dat je aanbiedt samen te onderzoeken wat er nodig is. Blijf aansluiten bij de behoefte van de jongere, hij is eigenaar van zijn eigen proces.
  • Mocht je zien dat er grote zorgen zijn en dat het niet goed dan kan het nodig zijn om vervolgstappen te zetten. Doe dit altijd in samenspraak met de jongere.

Je kunt hierbij denken aan:

  • Een gesprek met ouders
  • Mogelijk kun je ook doorverwijzen naar professionele hulp. Onder dit artikel vind je hiervoor een (beknopt) overzicht
  • In geval van (vermoeden van) een onveilige thuissituatie kun je contact opnemen met de organisatie “Veilig Thuis.”

Als het niet lukt om contact met jongere te krijgen kun je:

  • Proberen om via ouders het contact te leggen
  • Jouw zorgen of de signalen die jij oppikt bespreken/doorgeven aan een pastoraal team of met andere betrokkenen bij het jeugdwerk. Het is helpend om zelf ook woorden te geven aan eventuele onrust die jij voelt over het welzijn van een jongere. Een ander kan dan meekijken in hoeverre er daadwerkelijk reden is voor zorgen.

Professionele hulp

Voor verwijzing naar professionele hulp vermelden wij een aantal mogelijke organisaties die hulp of training aanbieden voor jongeren die een echtscheiding meemaken.  

Groepstrainingen

Christelijke hulpverlening

Geraadpleegde bron:

Mijn troostende ik
Kwetsbaarheid en kracht van rouwende jongeren
Geschreven door Riet Fiddelaers – Jaspers

Download als PDF

Verzend naar:

error: Content is protected !!